Strak houden en/of loslaten?

Strak houden en/of loslaten?

Productgroep Waardenwerk 2025 101
3,90
Gratis voor abonnees.

Omschrijving

Naar aanleiding van een opmerking van een manager tijdens het kernteamoverleg in een verpleeghuis reflecteer ik in dit artikel op de spanning tussen strak houden en/of loslaten bij het leiden van een kernteamoverleg. Uit de uitwerking zal blijken dat de spanning tussen strak houden en/of loslaten niet alleen betrekking heeft op het verloop van het overleg als proces, maar dat het ook gaat om een morele en politieke kwestie.

Een opbouwende suggestie?
Als geestelijk verzorger ben ik nu ruim een jaar voorzitter van het kernteamoverleg op een kleine verpleeghuislocatie. Het kernteamoverleg is een overleg dat elke 6 weken plaatsvindt. Daarin treffen een zorgprofessional van elke afdeling en de coördinerend HBO-verpleegkundige, de behandelaars en geestelijk verzorger, de coördinators welzijn en gastvrijheid en de locatiemanager elkaar om allerlei aan de zorg voor bewoners van deze locatie gerelateerde zaken te bespreken, elkaar te informeren, met elkaar af te stemmen en afspraken te maken. Dit verpleeghuis maakt deel uit van een grote ouderenzorgorganisatie met ruim 20 verpleeghuislocaties.

Vanmorgen dringt de tijd tijdens het kernteamoverleg. Als we nog alle agendapunten willen bespreken, moeten we flink doorwerken. Het volgende agendapunt, ‘de huisregels’, lijkt niet veel tijd te vragen, omdat het eerder al uitgebreid is besproken. Ik verwacht een mededeling over de stand van zaken. Het loopt echter anders. Als de huisregels ter sprake komen, worden ze door sommige kernteamleden gekoppeld aan de organisatiebrede gedragscode-in-ontwikkeling. Dat roept weer een vraag op van een zorgprofessional en ineens ontstaat er een indringend gesprek. Het blijkt dat sommige zorgprofessionals van haar afdeling het normaal vinden dat ze wel eens worden geslagen door een bewoner. Ze vinden het normaal, omdat het bewoners met dementie betreft en die kun je dat niet kwalijk nemen. Het gesprek gaat vervolgens over de vraag wat het geslagen worden door een bewoner betekent, wanneer een MIMmelding passend is en wat de rol van de locatiemanager is bij een MIM-melding.

Als voorzitter van het kernteamoverleg voel ik dat dit gesprek ertoe doet. Ik weet: hier moét ik ruimte voor maken. Het is bijzonder dat juist deze zorgprofessional, die nog niet eerder in het kernteamoverleg was, de ruimte neemt om dit punt in te brengen. Ze stelt zich hiermee kwetsbaar op. Als ze aan het woord is, kijkt ze me verschillende keren direct en indringend aan. Alsof ze tegen mij praat. Tijdens het gesprek zie ik de betrokkenheid van alle kernteamleden bij dit onderwerp, verbaal en non-verbaal. Ze uiten niet alleen hun zorg om de zorgprofessionals van deze afdeling, die vanmorgen met zijn tweeën bij het overleg aanwezig zijn, maar om allen die bij de zorg op deze locatie betrokken zijn. De toon van het gesprek is: ruimte maken voor de betekenis die het geslagen worden door een bewoner heeft voor deze zorgprofessionals; daarbij gaat het om reflectie en zelfzorg, met name om bewustwording van de eigen grenzen in de zorgrelatie.