Sluitwerk

Sluitwerk

Productgroep Waardenwerk 2025 102-103
3,90
Gratis voor abonnees.

Omschrijving

Aan het eind van een lange dag geconcentreerd schrijven liep ik de trap af naar de voordeur van het pand waarin ik mijn werkruimte huur. Die bleek al op slot te zitten, blijkbaar had mijn huurbaas Cor, die zijn technische werkplaats beneden heeft, mij niet opgemerkt. Ik zag de bui al hangen want dit had ik eerder meegemaakt, het slot hapert als je het van binnenuit benadert. Boven aan de trap had ik trouwens ook al staan prutsen met het pas vernieuwde slot van mijn kamerdeur, ook dat ging niet vanzelf en vereiste precisie in het duwen en draaien. Dus ik zette mijn tas neer en zuchtte eens diep, want ik had Cor hier al eens eerder bij moeten halen, en het was al laat, ik was moe en ik wilde naar huis. De afdruk van mijn sleutel stond flink in mijn wijsvinger gegrift toen ik na een minuut of vier eindelijk de deur open had. Het zijn spetters op de eeuwigheid, maar toch, je kan daar even behoorlijk hopeloos van worden. Juist omdat ik ook buiten de deur ook veel (op)geslotenheid ervaar. Dus de hele operatie zette me aan het denken. 

Ik dacht terug aan een voordracht die ik, jaren geleden alweer, hield voor de broeders van de Abdij Maria Toevlucht in Zundert – die tot verdriet van velen afgelopen zomer definitief dicht ging – waarin ik hun ‘gesloten levenswijze’ ter sprake bracht. Een van de monniken, hij zat direct rechts van mij, ik weet dat nog heel precies, corrigeerde mij toen gevoelig en zei dat hun levenswijze niet gesloten was, maar besloten. Er overviel mij een gevoel van lichte schaamte, dat ik na al die jaren van regelmatig bij hen gast te zijn, deze subtiliteit nog niet had opgemerkt. Tegelijk voelde ik een grote dankbaarheid voor waar hij me de ogen voor opende, want ineens zag ik, als door een kier, de enorme betekenisrijkheid van al die woorden in onze taal die de deur zo vaak alleen maar dicht lijken te doen. Ik had daar in mijn proefschrift – waarvoor ik toen vaak naar het klooster kwam, om daar in alle rust te kunnen schrijven – veel aandacht aan besteed: dat organisaties vaak zo eendimensionaal zijn ingericht op het besluiten, om daarmee een einde te kunnen maken aan twijfel of om ongemakkelijke zaken af te kunnen doen en hoe we daarmee het leven of de menselijkheid nogal eens uit het werk laten verdwijnen. Ik noem(de) die geslotenheid van systemen ‘geweld van organisatie’, maar toen die broeder mij corrigeerde en mij de waarde van het woord besloten(heid) liet voelen, zag ik ineens veel beter de dubbelzinnigheid ervan. En ik herkende het toen ook daar en in mij, hoe de muren van het klooster me telkens beschermden tegen al het rumoer van de wereld en mij dan een ruimte verschaften waarin vrijheid van geest kon zijn.
Het moment in die kapittelzaal bij de broeders was voor mij een belangrijk begin in het steeds meer oog krijgen voor dat hele smalle grensgebied tussen waar iets op slot raakt en waar zich iets opent. Want het luistert heel nauw, ook met een technisch of een digitaal slot: een minuscuul foutje in het metaal, respectievelijk de code en je komt niet binnen (of buiten, het is maar hoe je kijkt).

Ik heb vaak het gevoel in een tijd te leven waarin zich heel veel sluit. Waarin dingen, maar ook mensen ‘op slot raken’, dat het contact met elkaar en met onszelf stroever wordt en ik vraag me af wat de wijsheid van de Zundertse monnik hierin kan betekenen. Kan ik naar deze zorgen kijken vanuit het perspectief van de beslotenheid? Is het mogelijk ook een opening te vinden in wat zo hermetisch lijkt?