Met dankbaarheid en gepaste trots, leggen wij onze lezers het 100e nummer voor van het tijdschrift Waardenwerk /Tijdschrift voor Humanistiek (waaruit Waardenwerk is voortgekomen).1 Die dankbaarheid geldt in de eerste plaats onze vele auteurs, maar ook onze uitgever Paul Roosenstein – die al die jaren het tijdschrift enthousiast heeft gesteund en praktisch mogelijk heeft gemaakt. Vervolgens alle redactieleden die als vrijwilligers het beoordelen en bijslijpen van zoveel interessante en relevante artikelen op zich hebben genomen. En tenslotte natuurlijk onze lezers, waarvan velen ons door de jaren heen trouw zijn gebleven. En we zijn trots op het feit dat we honderd waardevolle nummers hebben kunnen maken – bij elkaar zo’n dertig duizend pagina’s – waarvan een flink deel de tand des tijds met gemak doorstaat.
Terugkijkend is er in de loop der jaren een duidelijke verschuiving opgetreden in de toonzetting van de bijdragen aan ons tijdschrift. In de eerste jaren na de eeuwwisseling was die toonzetting nog min of meer optimistisch. Dat optimisme heeft al jaren plaatsgemaakt voor steeds grotere zorgen over de huidige wereldsituatie en over de toekomst van de planeet. In de eerste maanden van het tweede presidentschap van Donald Trump is daar ongeloof bijgekomen en zelfs verbijstering. Hoe is het mogelijk dat humanitaire, democratische en ecologische waarden met zoveel gemak opzijgeschoven kunnen worden? Hoe is het mogelijk dat iedereen die zijn stem verheft tegen de dictatoriale ontwikkelingen in de Verenigde Staten via intimidatie en presidentiële decreten tot zwijgen gebracht dreigt te worden – van activisten, kritische journalisten en rechters, tot lastige senatoren en gerenommeerde advocatenkantoren?
In de jaren tachtig van de vorige eeuw heeft Jürgen Habermas een spraakmakend opstel geschreven met als titel ‘De nieuwe onoverzichtelijkheid’. In reactie op het postmoderne relativisme dat toen furore begon te maken, brak hij daarin een lans voor de waarde en de onvervangbaarheid van de sociaaldemocratische rechtstaat. Inmiddels zou een vervolg op dat artikel heel goed ‘De nieuwe verbijstering’ kunnen heten. Daarin zou het ongeloof centraal kunnen staan over de kwetsbaarheid van democratische instituties en over het gemak waarmee de superrijken niet alleen elementaire vormen van solidariteit en maatschappelijke rechtvaardigheid aan hun laars kunnen lappen, maar ook blijven verkondigen dat de ecologische destructie die inmiddels overal op de wereld zichtbaar is, een verzinsel is van mensen die het spoor bijster zijn. ‘Drill baby, drill’.