Ouderschap en professionele begeleiding in neo-liberale tijden

Ouderschap en professionele begeleiding in neo-liberale tijden

Productgroep Waardenwerk - Capita Selecta
Katie Lee Weille | 2013 | 9789085604174
3,90
Abonneeprijs: € 1,56

Omschrijving

In dit artikel ga ik in op de ervaringen van ouders en professionals en op de problemen die zij ondervinden in onze neoliberale tijden. Ik betoog dat het hoog nodig is dat professionals in het sociaal werk en in andere onderdelen van de zorg, de druk weerstaan die uitgaat van de neoliberale visie op ouders als instrumenten om kinderen groot te brengen. Op basis van Sennett’s model van samenwerking wil ik daar een ander verhaal voor in de plaats stellen.

Het neoliberale discours heeft het reeds bestaande probleem versterkt dat ouders – door de professionals, de media en in andere discoursen – worden beschouwd als instrumenten om kinderen groot te brengen en op hun prestaties kunnen worden beoordeeld. De urgente kwestie van de subjectiviteit van de ouders verdwijnt daarbij naar de achtergrond. Ouders als mensen op zichzelf, en ouderschap als een subjectieve ervaring, komen zowel in de populaire als in de wetenschappelijke visies op ouderschap niet voor. Integendeel, ouders worden uitsluitend bekeken in beoordelende termen: hoe goed doen zij het met betrekking tot de behoeften van hun kinderen. Als gevolg daarvan bestoken de professionals, met de beste bedoelingen, de ouders met trainingsprogramma’s en met andere inspanningen om ouders beter te laten presteren, in plaats van dat ze daarmee ophouden en zich afvragen wat het is om ouder van een kind te zijn, en wat voor een complexe en beladen ervaring dat is. Dit leidt natuurlijk tot gefrustreerde professionals én gefrustreerde ouders. In termen van de theorie van Sennett is zo’n benadering stellig en dialectisch. Ze gaat ervan uit dat er één juiste manier bestaat om ouder van een kind te zijn, en om dat ‘resultaat’ te bereiken. Maar het ouderschap is een veel ingewikkelder verschijnsel dan deze benadering toelaat.

In het hart van de ouderlijke subjectiviteit leiden moeilijke, tegenstrijdige en ‘onaanvaardbare’ gevoelens (zoals woede of haat, of het gevoel dat je je kind niet kunt geven wat het nodig heeft) ertoe dat ouders zich schamen en dat ze zich tekort voelen schieten in hun optreden. Professionals kunnen bij het begeleiden van ouders gefrustreerd raken door de positie van beoordelaar en onderwijzer, omdat zij daarmee ‘tegenover’ de ouder komen te staan. In reactie daarop dreigen zij naar de tegenovergestelde, even vruchteloze pool te schieten, door als een partner ‘naast’ de ouder te gaan staan en daarbij de machtsverschillen en de rol van het beoordelen te ontkennen. 
Er is een derde positie nodig die, in Sennett’s termen, zowel dialogisch als voorlopig is (‘dialogical and subjunctive’)2. Vandaar uit kan de subjectieve ervaring de ouder van een kind te zijn losgekoppeld worden van de prestatiegerichte taken die horen bij het grootbrengen van kinderen. Dan wordt het mogelijk om in de hulprelatie het ‘evalueren van prestaties’ in te perken, zowel als het gaat om het ouderschap als om de professionele relatie binnen een bredere context van de intersubjectieve ontmoeting en het wederzijdse begrip.