Onderwijs: Hoe word ik een volwassen persoon en weet ik te bewegen in deze wereld?

Onderwijs: Hoe word ik een volwassen persoon en weet ik te bewegen in deze wereld?

Productgroep Waardenwerk 2025 102-103
3,90
Gratis voor abonnees.

Omschrijving

In dit review essay zal ik het proefschrift van de recent gepromoveerde dr. Hanke Drop bespreken, getiteld Playing in a jazz quartet or marching in a brass band: Exploring practices of teacher artistry (2025). De volgende vragen zijn hierbij leidend: Wat is de hoofdvraag en welke kernbegrippen hanteert Drop bij de beantwoording ervan? Zijn er vanuit een psychologisch en veranderkundig perspectief belendende begrippen te benoemen? Wat zijn de belangrijkste boodschappen van Drop? Het perspectief dat ik hanteer is die van een psychologe, waarbij ik pas echt psychologe werd ná mijn wetenschappelijke studie, door verdere scholing in de psychoanalyse, groepsdynamica, veranderkunde, geschiedenis, en, kunstgeschiedenis. Zo ontwikkelde ik mij als subject en kreeg ik steeds meer interesse in en verbinding met de wereld om me heen. Mijn perspectief is verder gekleurd door mijn levenslange werkervaring aan de universiteit (veelal in interdisciplinaire contexten), en de eigen praktijk als organisatie-adviseur aangaande de relationele dynamiek van interorganisationele samenwerking evenals complexe verandervraagstukken.

De vraagstelling van het proefschrift luidt: ‘How can Dutch teachers develop their teacher artistry to create an inclusive educational praxis that stimulates their learners (in Dutch [pre/higher] vocational education) to  ecome embodied persons situated in the world?’ (p. 16). Drop is kritisch op het huidige (beroeps)onderwijs, met haar meetcultuur en focus op kennis, cognitie en brein, dus hoofd boven hart en handen. De aandacht voor persoonswording is gering, evenals de vraag hoe actief deel te nemen aan de samenleving. Drop wijt het onder meer aan het Cartesiaans dualisme met het scherpe onderscheid tussen lichaam en geest. Handwerk is ondergeschikt aan het hoofdwerk, getuige de termen hoger en lager onderwijs, ook al worden de begrippen theoretisch en praktisch onderwijs meer en meer gebezigd. Maar natuurlijk is de mens niet zijn brein, en speelt het lichaam, zoals gemanifesteerd in ervaring en emoties, een essentiële rol.

Drop werkt met begrippen afkomstig uit verschillende disciplines, om de relevantie van subjectwording, aandacht voor het lichaam, voor de kunsten en voor de wereld om ons heen, te beargumenteren. Zo ontleent ze de term ‘embodied cognition’ aan de neurowetenschap en ‘subjectificatie’ aan de pedagogiek. Verder bouwt ze voort op de ideeën van politiek denker en filosofe Hannah Arendt over de kunsten en de wereld, evenals op haar begrip ‘amor mundi’, dat Drop gebruikt om het belang van de verbinding van de persoon met de wereld te introduceren. Een subject dat in contact staat met de eigen gevoelens en verlangens maar ook openstaat om te verkennen of deze gevoelens en verlangens aansluiten bij wat de wereld nodig heeft. Allemaal bouwstenen voor ‘teacher artistry’, omschreven als ‘the pedagogy of inviting learners to engage in movement, work with aff ect and emotions, and learn to give shape to their environments (‘making’) in accordance with what the world asks from them’ (p. 10). Overigens verwijst de term volgens Drop naar een uitoefening van het leraarschap als een ambachtelijk en een kunstzinnig beroep.