Muzisch werken in het onderwijs (2) - Inleiding

Muzisch werken in het onderwijs (2) - Inleiding

Productgroep Waardenwerk 2025 100
Gratis

Omschrijving

In het vorige nummer van Waardenwerk verscheen een themadeel onder de noemer ‘Muzisch werken in het onderwijs’. De bijdragen aan het themadeel hadden tot doel om te verkennen op welke manier de kunsten kunnen helpen bij de zo belangrijke oefening in ontvankelijkheid, bij het onder ogen zien van de chaos en het verkennen van nieuwe manieren van samenleven. Kunst kan je helpen om je open te stellen voor wat is, om op een milde of scherpe manier te worden geconfronteerd met wat je altijd voor waar hebt aangenomen, om jezelf opnieuw uit te vinden, of te herontdekken wat je bent vergeten.
In dit nummer volgen nog twee bijdragen die onderzoeken wat de plaats en betekenis is van muzisch werken in het onderwijs. In zijn artikel blikt Reyer Ploeg terug op veertig jaar als docent kunstzinnig onderwijs. Zijn loopbaan kreeg afgelopen najaar een prachtig slotakkoord in de vorm van een symposium Kunst in Onderwijs. Het symposium vormde tevens de afsluiting van een onderzoek naar de manier waarop middelbare scholen kunst centraal stellen in hun onderwijsprogramma en wat de betekenis daarvan is voor alle betrokkenen. Ploeg deed zowel kwalitatief als kwantitatief onderzoek op drie middelbare scholen en legde daarbij contact met een groot aantal docenten en leerlingen. Een van de meest opvallende uitkomsten van zijn onderzoek was dat kunstonderwijs allereerst en in hoge bijdraagt aan het welzijn van leerlingen.
Kunstvakken verminderen stress, verhogen motivatie, zin in leren en leven, dragen bij aan zelfvertrouwen, zelf kennis en gevoel van vrijheid. Voor het welzijn van leerlingen zijn juist kunstvakken kernvakken. Ploeg concludeert er redenen genoeg zijn om kunstonderwijs een belangrijke plaats te geven in het curriculum. En dat niet alleen met het oog op het welbevinden van leerlingen, maar ook voor de wereld waar zij onderdeel van zijn: ‘Goed kunstonderwijs draagt ertoe bij dat jonge mensen met het ontmoeten van de wereld zichzelf verrijken en verruimen en dat zij daarbij de wereld (her)scheppen, er gevoel en verantwoordelijkheid voor ontwikkelen en hun vitale hulpbronnen aanboren en versterken.’
Het tweede artikel is mijn bespreking van Ontvankelijkheid en Stappen in het onbekende, twee boeken die Bart van Rosmalen vorig jaar min of meer tegelijkertijd publiceerde. 
Net als Reyer Ploeg kijkt Van Rosmalen terug op een loopbaan waarin kunst en onderwijs bepalende parameters zijn geweest. Hij was cellist en daarnaast gedurende tien jaar lector Kunst en Professionalisering bij de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht. Zijn werk is een intense en speelse poging om ontvankelijkheid bij zijn lezers aan te wakkeren en stappen in het onbekende te zetten. Dat is nodig, want het idee van een maakbare wereld is volgens Van Rosmalen verleden tijd. We hebben geen pasklare antwoorden meer. Daarom wil hij weg van de krampachtige focus op snelle oplossingen en uitnodigen tot meervoudig kijken. Want alleen op die manier kun je vatbaar worden voor wat je raakt, voor wat groter is dan jijzelf. In mijn bespreking onderzoek ik de betekenis en relevantie van deze benadering voor de wereld van het onderwijs, aan de hand van actuele voorbeelden uit het onderwijsonderzoek.