Wij zijn overbodig
Elke avond bekijk ik één van de prachtige tekeningen in het boek van Jeroen Helmers, Wildernis in eigen land1als een soort verhaaltje voor het slapengaan. Ik leer en geniet ervan. Ik vroeg Jeroen Helmers waarom hij in zijn prachtige tekeningen van lokale ecosystemen de mens geen plek geeft. Zijn antwoord2 is veelzeggend: ‘Het punt is dat onze acties de afgelopen millennia weg-bewegen van de wisselwerking met onze medeschepselen en uit zijn op dominantie. Bovendien doen we er alles aan om onszelf en onze producten uit de kringloopcyclus te houden. Met andere woorden: wat wij doen is ecologisch niet zo interessant.’
Wij zijn zoogdieren. In sommige aspecten lijken we speciaal, we maken bijvoorbeeld kunst. En we kunnen ons zorgen maken; doen andere dieren dat ook? Maar we zijn ook dom, verdienen onze naam ‘sapiens’ niet echt. Want terwijl we weten dat iets slecht voor ons of voor anderen is, doen we het toch. En welke dieren kweken en sluiten massaal andere levende wezens op om ze op te eten? Welke dieren vermoorden soortgenoten zonder ze op te eten?
‘Jullie stedelingen noemen het natuur. Het is zo abstract in jullie hoofd dat zelfs het woord abstract is. Wij hier zeggen bos, weide, rivier, rots, dingen die je kunt aanwijzen’, zegt Bruno de bergbewoner tegen zijn bezoek uit de stad. Bruno is de hoofdpersoon in het boek en de gelijknamige film De acht bergen3 van Paolo Cognetti. Het woord natuur is een abstractie die ons niet dient. Integendeel, we plaatsen onszelf erbuiten; we maken een splitsing tussen natuur en cultuur. We gaan ‘de natuur in’. Dan ga je naar het bos, de zee, of liever nog naar de ‘echte wilde ongerepte natuur’. Voor dat laatste moet je ver weg. Naar het buitenland, de verre bergen, de onherbergzame woestijn in. Er zijn weinig of geen mensen. Mensen horen niet bij de natuur.
De Franse filosoof Baptiste Morizot deconstrueert in zijn boek Het levende laten opvlammen4 verschillende mythes – gangbare verhalen die we niet meer bevragen – in onze relatie tot natuur. Hij beschrijft de mythe van vooruitgang en productie. Wij mensen noemen de niet door ons bewerkte grond ‘verwaarloosd’. Dat geeft ons het recht en een reden deze grond ‘te ontwikkelen’ tot productiegebied voor onszelf. Het ecopatriarchaat is een andere mythe die hij onderscheidt. De natuur zou van ons afhankelijk zijn, en daarom bescherming nodig hebben. En daarmee geven wij onszelf het recht op controle en beheersing uit te oefenen, onder het mom van bescherming. Welk levend wezen is voor zijn bestaan van ons afhankelijk? Geen enkel bos heeft ons nodig voor zijn voortbestaan. De natuur heeft ons niet nodig. Zij is niet kwetsbaar. Zij is sterker dan wij. Het is eerder andersom: wij hebben haar hard nodig. Wij komen uit haar voort en wij leven dankzij haar. De natuur heeft ons dus helemaal niet nodig.
Integendeel, als wij uitsterven, is dat beter voor het meeste andere leven op aarde. Kunnen wij dan niet beter als lemmingen onszelf doen verdwijnen? Een georganiseerde menselijke mass extinction? Dat gaan we niet doen. Maar wat dan wel? Wat is dan wél onze plek tussen de andere dieren? Wat is onze rol in het geheel van leven op aarde?