De realiteit van het lerarentekort vraagt om nieuwe initiatieven en innovaties om het onderwijs zo te organiseren dat goed onderwijs mogelijk blijft. Want goed onderwijs, daar draait het om, toch? Dat klinkt vanzelfsprekend, maar toch verdwijnt dat dikwijls naar de achtergrond. De – begrijpelijke – gevoelde urgentie dat er iemand voor de klas moet staan, dat er onderwijs verzorgd moet worden, is vaak het uitgangspunt. ‘Hoe zorgen we ervoor dat er iemand is die de kinderen/ leerlingen kan opvangen’, is logischerwijs een eerste vraag. Maar deze ‘hoe’-vraag vereist ook een ‘waartoe’-vraag. ‘Waartoe gaat iemand de kinderen/leerlingen opvangen?’ Over deze waartoe-vraag, de vraag naar wat goed onderwijs is en beoogt te bereiken, gaat het in dit artikel in de context van het lerarentekort. In het project ‘Goed onderwijs met minder leraren’ onderzoeken wij met scholen in de regio Den Haag hoe je, vanuit de visie van je school op goed onderwijs, het onderwijs kan inrichten met minder leraren.
Starten bij je visie is hierbij cruciaal. Met visie bedoelen we hier wat een school wil bereiken. De visie wordt geconcretiseerd naar schooldoelen en het schoolplan (de strategie) beschrijft hoe de school die doelen wil verwezenlijken (Andersen et al. 2022). In deze bijdrage schetsen we eerst de achtergrond en oorzaken van het lerarentekort. Vervolgens gaan we in op ‘anders organiseren’ en beschrijven we welke ruimte er hiervoor is vanuit de overheid. Daarna beschrijven we het belang van visie en waardengedreven handelen. We beschrijven de context van het project ‘Goed onderwijs met minder leraren’, een innovatieve aanpak voor het onderwijs ten tijden van het lerarentekort. We sluiten af met de eerste resultaten en aanbevelingen voor scholen vanuit dit project en geven een doorkijkje naar de toekomstige ontwikkelingen die wij in gang willen zetten rondom goed onderwijs met minder leraren.
Het lerarentekort: omvang en oorzaken
Het primair onderwijs kent een groot lerarentekort (Bredemijer, 2023, Ruijs et al. 2024). Het lerarentekort wordt gedefinieerd als het verschil tussen het aantal leraren dat momenteel werkzaam is in het onderwijs (in fte) en het aantal leraren dat op basis van leerlingenaantal (leerling/leraar ratio) volgens het huidige systeem nodig is (de werkgelegenheid). In Den Haag is dit te kort groter dan in andere regio’s. Uit de laatste meting in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) in oktober 2022 blijkt dat het landelijk tekort voor leraren 9,5 procent van de werkgelegenheid van leraren bedraagt ten opzichte van een te kort van 17,3% in Den Haag (Adriaens, Elshout & Elshout, 2023). In oktober 2023 is dit te kort opgelopen tot 21,8% van de werkgelegenheid, oftewel 689 fte (Bredemijer, 2023). We zien al langere tijd dat het lerarentekort het onderwijs hard treft. Dit tekort zal de komende jaren alleen nog maar verder toenemen. Zeker vanaf 2026 zal dit fors verder gaan stijgen, naar een verwacht tekort van ca 7.000 fte landelijk (OCW in cijfers).
Dit vormt niet alleen een onwenselijke maar ook een risicovolle situatie voor zowel het individuele kind dat het treft, als voor de maatschappij in zijn geheel. Het lerarentekort vraagt ook steeds meer van de leraren die er nog zijn of nieuw beginnen, zoals meer leerlingen in de klas, opvang van extra klassen of extra taken doordat er geen andere collega’s beschikbaar zijn.