Ten geleide

Ten geleide

Productgroep Humanistiek 2012-49
Gratis

Omschrijving

Dit tweede nummer van het Tijdschrift voor Humanistiek in 2012 opent met het dossier De Onderbuik van Nederland II. In deze bijdragen staat het onbehagen in de samenleving centraal, belicht vanuit diverse invalshoeken. Er worden kwesties aangesneden die voor velen herkenbaar zijn, zoals de angst voor de afbraak van de nationale cultuur, de zorgen over de economische crisis en de verontrusting over de vernietiging van onze natuurlijke leefomgeving. De zes artikelen komen voort uit een gelijknamig symposium dat gehouden werd op de Universiteit voor Humanistiek op 10 juni 2011. Zij bouwen voort op het initiatief dat Martien Schreurs, Pascal Leuvenink en Lude Braakman samen met het Kosmopolis Instituut in 2010 gestart zijn om het onbehagen in de samenleving humanistiek te doordenken. In een aparte inleiding gaat redacteur Martien Schreurs dieper in op de achtergrond en inhoud van het dossier.


In het verlengde van dit dossier staat ook de column van onze nieuwe columniste Heleen Rippen, getiteld De wildheid van de onderbuik. Naar aanleiding van een gratis ansichtkaart van de Maag Lever Darm Stichting - met de tekst Volg jij je onderbuikgevoel? behandelt Rippen op amusante wijze de onderbuik als zetel van vertering en uitscheiding. In het tweede deel van haar column trekt ze deze functie van de onderbuik door op de hedendaagse twit-tercratie binnen media en politiek - waarin de onmiddellijke afscheiding van meningen en opinies domineert. Na de column van Heleen Rippen volgen twee theoretische verhandelingen. Fernando Suérez Müller bespreekt in zijn artikel De strijd om het Europese ideaal: Jürgen Habermas en de historische bestemming van Europa het gedachtegoed van de late Habermas. Hij laat daarin zien dat Habermas een toenemende betrokkenheid heeft gekregen op thema's als globalisering en de toekomst van Europa. Deze thema's blijven in zijn laatste boeken centraal staan. Suarez-Müller beargumenteert in dit artikel dat deze verschuiving van thematiek niet geheel toevallig is, maar in het verlengde ligt van het indachtige civilisatieproces waarmee Habermas in de jaren zeventig reeds startte. De tweede verhandeling is van de hand van Joep Dohmen. In het artikel The trouble with Harry: pleidooi voor een modern humanisme uit hij voor het eerst zijn kritiek op het gedachtegoed van zijn collega en vriend Harry Kunneman. Aanleiding hiervoor is zijn samen met Caroline Suransky geschreven bijdrage Humanisme en kosmopolitisme: een kritisch perspectief (Tijdschrift voor Humanistiek, 47, 37-56). Dohmen concentreert zich in zijn bijdrage op de tegenstelling tussen het kritische humanisme van Kunneman en het moderne humanisme dat hij zelf voorstaat. In de ogen van Dohmen slaat Kunnemans weergave van en kritiek op het moderne humanisme de plank behoorlijk mis. Dohmen wil laten zien dat de visie van Kunneman op belangrijke punten inconsistent is en dat het kritische humanisme een geloofwaardig concept van actorschap mist om vanuit verder te denken. Na het artikel van Dohmen leidt Saskia van Goelst Meijer het tweede dossier in, getiteld Humanisme en geweldloosheid. In dit dossier zijn drie bijdragen opgenomen waarin de relatie tussen geweldloosheid en humanisme vanuit verschillende perspectieven belicht wordt. In het hedendaagse humanisme is de nadruk op geweldloosheid zo goed als verdwenen, zo betoogt van Goelst Meijer in haar introductie. Het thema komt nauwelijks (expliciet) nog aan bod. Dit vindt zij opmerkelijk, daar in het moderne denken over geweldloosheid veel thema's uitgewerkt worden die ook in het humanisme als levensbeschouwing een belangrijke rol spelen. De auteurs vinden het daarom van belang om de geweldloze wortels van het humanisme en de humanistieke wetenschap te onderzoeken en te vertalen naar de hedendaagse werkelijkheid. Via dit dossier beogen zij de intrinsieke band tussen humanisme en geweldloosheid weer op de kaart te zetten. Het nummer sluit af met twee recensies van Bert Gasenbeek en Frits de Lange. Gasenbeek bespreekt twee bundels onder redactie van J. Slembrouck waarin de toekomst van het humanisme en de relatie tussen atheïsme en humanisme centraal staan. De lezers die hun eigen positie ten opzichte van deze beide vraagstukken verder willen aanscherpen of verdiepen, vinden bij Gasenbeek meerdere aanknopingspunten. Als laatste bespreekt Frits de Lange het nieuwe boek van Peter Derkx (2011) Humanisme, zinvol leven en nooit meer 'ouder worden'. Een levensbeschouwelijke visie op ingrijpende bio-medisch-technologische levensverlenging. Het boek van Derkx steunt, aldus de Lange, op twee vragen: wat is Humanisme? En: welk standpunt neem je in, inzake biotechnologische levensverlenging vanuit een humanistische levensbeschouwing? Frits de Lange blikt in zijn recensie vooruit op de geformuleerde antwoorden.